Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo Vandeurzen, heeft vandaag op een conferentie de reorganisatie van de eerstelijnszorg in Vlaanderen voorgesteld. De eerste lijn is de zorg waarmee u als burger doorgaans het eerst in contact komt: uw huisarts, apotheker, thuisverpleegkundige, psycholoog, maatschappelijk werker. De eerste lijn is met andere woorden uw toegang tot de zorg. De actoren van die toegang zullen de komende jaren veel beter samenwerken, waardoor de persoon met een zorgnood en zijn mantelzorger beter hun weg vinden, beter geholpen worden en bij de zorg meer betrokken worden. De burger met een complexe zorgvraag zal zich omringd weten, niet door allerlei afzonderlijke zorgaanbieders, maar door een team met een zorgcoördinator, en zo nodig ook een externe casemanager. Patiëntenparticipatie, inclusief een klachtenregeling, krijgt een duidelijke plaats. En een nieuw Vlaams Instituut voor de Eerstelijn wordt de motor van de reorganisatie.
Er komt een heel andere oriëntering van de zorgverlening: van klachtgerichte behandeling naar doelstellinggerichte (chronische) zorg. Met de vergrijzing, de langere levensduur van de bevolking en de evolutie van de medische wetenschap neemt ook het aantal personen met een chronische zorgnood toe. De zorg moet, zo vinden alle betrokken, evolueren van acute, klachtgerichte behandeling naar doelstellinggerichte zorg die bij de persoon met een zorgnood vertrekt en zoveel mogelijk rekening houdt met diens kwaliteit van leven: welke doelen wil hij bereiken? Die vraag moet aan de basis liggen van het zorgplan dat voortaan voor iedere persoon met een complexe, chronische zorgnood moet worden opgesteld.
De belangrijkste reden waarom de eerste lijn anders georganiseerd zal worden, is dat enkel dan de burger met een zorgnood centraal kan komen te staan. Hij en zijn mantelzorger moeten mee kunnen beslissen over de doelstellingen van zijn zorg en welk zorgplan daarvoor gevolgd wordt.
Versterken van de persoon met een zorgnood
“De kern van ons beleid is een integrale benadering van de zorg voor de persoon met een zorgnood”, zegt Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. “Door meer samenwerking tussen alle actoren in de zorg kunnen we hem effectief centraal stellen. De persoon met een zorgnood, zijn mantelzorger en zijn zorgaanbieder worden gelijkwaardige partners in de zorg. We zullen hem versterken met meer zorg in zijn buurt en met een breed, herkenbaar onthaal met gemeentelijke informatiepunten. De relatie zorgvrager-zorgaanbieder is geen eenrichtingsverkeer meer. Hij zal nog meer de dialoog kunnen aangaan met zijn zorgaanbieders en zal zijn eigen zorgplan helpen vormgeven. Ook de zorgaanbieder ondersteunen we zodat hij zich ten volle op de persoon met een zorgnood kan richten.”
Inspraak van de persoon met een zorgnood
De ervaring leert dat zorg waarbij de persoon met een zorgnood daadwerkelijk zeggenschap heeft, beter is. Individuele zorg verbetert door de persoon te betrekken, maar ook collectief verleende inspraak heeft een positief effect op de effectiviteit van de zorg. Daarom komen er inspraakregelingen, van het lokale tot het Vlaamse beslissingsniveau. Hoe die inspraak te organiseren, zal worden uitgetest.
Op voorstel van het Vlaams Patiëntenplatform (VPP) zal er daarnaast een getrapt systeem van klachtenbemiddeling- en behandeling ingevoerd worden.
Jo Vandeurzen: “De eerste lijn moet de persoon met een zorgnood en zijn mantelzorger of vertrouwenspersoon als een gelijkwaardige partner in het zorgproces aanzien. Vanuit het perspectief van de persoon met een zorgnood veronderstelt dit dat we zijn zeggenschap versterken: hem de mogelijkheden bieden om zijn weg in het zorgaanbod te vinden en om beslissingen te kunnen nemen.”
De eerste lijn versterken
De beste partner van de persoon met een zorgnood is een sterke eerste lijn die hem begeleidt. Professionele zorgaanbieders vormen de basispijler van de eerste lijn. Huisartsen, tandartsen, verpleegkundigen, vroedkundigen, apothekers, kinesitherapeuten, ergotherapeuten, psychologen, diëtisten, verzorgenden, podologen, maatschappelijk werkers… dragen en vormen de basis van de eerste lijn in Vlaanderen. Vanuit een generalistische kijk op de zorgnoden leveren zij de best passende zorg zelf of zorgen zij voor een gerichte doorverwijzing naar een meer specialistische zorg.
Vlaams minister Jo Vandeurzen: “De eerstelijnszorgverleners hebben in verschillende werkgroepen en feedbackmomenten met groot enthousiasme meegewerkt aan de conferentie over de reorganisatie van hun sector. Ik merk bij hen veel engagement voor een aanpak die de persoon met een zorgnood centraal stelt en een grote bereidheid om meer met hun collega-zorgverleners samen te werken. Om hen daarbij te helpen zullen we structuren verder vereenvoudigen, samenwerking stimuleren, digitaliseren en opleidingen aanbieden.”
Zorgteam
Wie met veel zorgaanbieders tegelijk te maken krijgt, bijvoorbeeld bij chronische zorg, zal geholpen worden door een zorgteam. De tijd dat iedere zorgaanbieder op zich handelt, los van wat andere betrokkenen doen, is voorbij. De samenwerking zal structureel zijn. Als complexe zorg nodig is, duidt het zorgteam onder zijn leden een zorgcoördinator aan die de coördinatie van het zorgplan op zich neemt. Hij bewaakt bijvoorbeeld de samenwerking met meer gespecialiseerde zorg, organiseert overleg tussen de zorgaanbieders én met de persoon met een zorgnood, volgt afspraken op en bemiddelt.
In een klein aantal gevallen kan bij (zeer) complexe zorg blijken dat zorgcoördinatie niet volstaat. In dat geval wordt het zorgteam versterkt met een case manager: een zorgverlener die niet tot het zorgteam behoort, maar die vanuit een neutrale positie problemen in de zorgverlening oplost en de samenwerking in het zorgteam en met de patiënt versterkt.
Bron Agentschap zorg&gezondheid